Aandeelhouders

U leest hieronder over:

Publieke aandeelhouders

SHM die tijdelijk haar SHM-erkenning behoudt

Andere aandeelhouders dan de provincies, gemeenten en OCMW’s kunnen hun participatie in SHM’s niet uitbreiden of nieuwe aandelen verwerven vanaf de inwerkingtreding van het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen kunnen.

 

Op dit principe is een afwijking voorzien voor vennootschapsrechtelijke herstructureringsoperaties. Bestaande aandeelhouders van SHM’s kunnen namelijk wel aandelen verwerven in het kader van vennootschapsrechtelijke herstructureringsoperaties met een SHM of een woonmaatschappij. Omdat er bij een fusie door overname aandelen van de overnemende vennootschap worden toegekend aan de aandeelhouders van de overgenomen vennootschap, zou een strikte interpretatie van deze bepaling ervoor zorgen dat enkel lokale besturen dergelijke aandelen kunnen ontvangen. Dat zou ingaan tegen de bedoeling om de bestaande participaties van private aandeelhouders in SHM’s te toe te laten wanneer zij zich omvormen naar een woonmaatschappij. Vandaar deze afwijkingsmogelijkheid.

 

top

Woonmaatschappij

Publieke aandeelhouders kunnen participeren in de woonmaatschappijen zoals dit eerder ook al kon in de SHM’s als aandeelhouder van de vennootschappen met sociaal oogmerk of als leden en medeoprichters van de SVK-vzw’s. Publieke aandeelhouders zijn het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen.

 

Voor de lokale besturen wijkt de Vlaamse Codex Wonen van 2021 als zgn. ‘lex specialis’ af van de beperkingen die de openbare besturen worden opgelegd op het vlak van vennootschapsparticipaties door het decreet over het lokaal bestuur.

 

Alle woonmaatschappijen moeten onmiddellijk voldoen aan de regel dat de gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen en aandeelhouder zijn van die woonmaatschappij, samen altijd over meer dan 50% van het totale aantal stemrechten die verbonden zijn aan de aandelen beschikken. Dit geldt ook voor de woonmaatschappijen die een rechtsopvolger zijn van een bestaande SHM. Elke overdracht van effecten waardoor dit niet het geval is, is van rechtswege nietig als die stemrechten niet boven de 50% worden gebracht (door middel van een uitgifte van nieuwe aandelen of statutenwijziging) binnen de drie maanden na de overdracht.

 

In een nieuw opgerichte woonmaatschappij of bij fusie heeft de Vlaamse Regering het recht om bij erkenning of fusie van een woonmaatschappij namens het Vlaams Gewest in te tekenen op aandelen die maximaal recht geven op 25% van het totale aantal stemmen in de algemene vergadering. Voor SHM’s die zich omzetten naar een woonmaatschappij is dit recht beperkt. De Vlaamse Regering kan enkel dat recht gebruiken als de stemrechten van andere personen dan het Vlaams Gewest, de provincies, gemeenten en OCMW’s daardoor verhoudingsgewijs tegenover het totaal aantal stemrechten niet verminderen. Doordat de lokale besturen altijd over minstens 50% +1 van de stemrechten moeten beschikken, worden de (maximaal) 50% -1 van de stemrechten verdeeld onder de overige aandeelhouders zoals het Vlaamse Gewest, de provincies en de private aandeelhouders. Als de Vlaamse Regering het recht gebruikt om te participeren tot maximaal 25% van de stemrechten, kan dit enkel ten koste van de stemrechten van de provincies en private aandeelhouders. Doordat de private aandeelhouders hun aandelen niet kunnen uitbreiden, zou het zeggenschap van private aandeelhouders op die manier nog meer beperkt worden dan noodzakelijk is. Daarom is er op dat vlak een bescherming voorzien.

 

top

Participatierecht van de lokale besturen

De participatie van lokale besturen wordt verder verankerd in een recht van een gemeente of OCMW, dat nog geen aandeelhouder is, om te participeren in de woonmaatschappij die bevoegd is voor hun grondgebied.

 

Concreet heeft de intredende gemeente en het OCMW het recht om elk, of de ene bij gebrek aan de andere, in te tekenen op één aandeel. Dit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om in onderling overleg met de woonmaatschappij op meer aandelen van de woonmaatschappij in te tekenen. Op eerste verzoek van de gemeente of het OCMW zal de woonmaatschappij het nodige doen om tot uitgifte van minstens één nieuw aandeel over te gaan.

 

Het is niet uitgesloten dat er een situatie ontstaat waarbij een lokaal bestuur uit het werkingsgebied geen aandeelhouder is van de woonmaatschappij. Om stemrecht te hebben, moet een lokaal bestuur aandelen bezitten, daarom hebben dergelijke lokale besturen het recht om minstens één aandeel te verwerven.

 

Voor zover de statuten voorzien in verschillende soorten van aandelen die uiteenlopende rechten toekennen aan de aandelen afhankelijk van de hoedanigheid van de aandeelhouder, voorziet artikel 5:102 Wetboek van vennootschappen en verenigingen dat binnen elke soortgroep van aandelen er ingeval van statutenwijzigingen voldaan moet zijn aan de aanwezigheids- en meerderheidsvereiste voor die statutenwijziging binnen elke soortgroep. Binnen de soortgroep wordt voor de berekening van de stemmen geteld op basis van één stem voor het kleinste ondereffect. Deze regeling wordt bij de toetreding van nieuwe gemeenten tot de woonmaatschappij buiten werking gesteld om de vorming van de nieuwe maatschappij – of de nieuwe aandeelhoudersverhoudingen – te faciliteren.

 

Top

Private aandeelhouders

Bestaande SHM’s kunnen zich tot een woonmaatschappij omvormen. Hierbij wordt rekening gehouden met de rechten van de bestaande private aandeelhouders. Bestaande private aandeelhouders van SHM’s hebben twee mogelijkheden:

  1. Ze hebben het recht om lastens het vennootschapsvermogen uit te treden. Ze doen dit ofwel via een uittreding, ofwel via een inkoop van eigen aandelen door de woonmaatschappij. Zij hebben dan recht op maximaal de nominale waarde van hun werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij, zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng.

     

  2. Ze behouden hun participatie. Dan moeten die woonmaatschappijen en de private aandeelhouders rekening houden met een aantal beperkingen.

Eerste mogelijkheid: uittreding / inkoop van eigen aandelen

SHM met de vorm van een cvba of bv

In een SHM met de vorm van een cvba of bv kan iedere aandeelhouder, op elk moment in de loop van het boekjaar, uittreden. Dit kan vanaf de bijeenroeping van de algemene vergadering die de statuten in overeenstemming moet brengen met de erkenningsvoorwaarden voor woonmaatschappijen. Ze moeten aan geen andere voorwaarden voldoen.

 

Ze brengen uiterlijk vijf dagen voor de datum van de algemene vergadering de SHM op de hoogte van hun uittreding. Die communicatie gebeurt volgens artikel 2:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De communicatie gebeurt via het e-mailadres opgenomen in de statuten of een gelijkaardig communicatiemiddel (bv. website) of via de gewone post.

 

De uittreding heeft alleen gevolgen als de erkenning als woonmaatschappij definitief is. De uittredende aandeelhouder ontvangt bij uittreding maximaal de nominale waarde van zijn werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de woonmaatschappij, zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng.

 

Als er niet voldoende middelen zouden zijn om het scheidingsaandeel te betalen, wordt het recht op betaling ervan opgeschort totdat uitkeringen opnieuw zijn toegelaten.

 

Top

SHM met de vorm van een nv

Voor aandeelhouders van een SHM met de vorm van een nv, is een gelijkaardig uittredingsrecht voorzien.

 

Deze SHM’s moeten hun aandeelhouders, bij de uitnodiging van de algemene vergadering die de statuten in overeenstemming moet brengen met de erkenningsvoorwaarden voor woonmaatschappijen, de mogelijkheid bieden om hun aandelen te laten inkopen door de vennootschap. Die inkoop gebeurt tegen een prijs die niet hoger mag zijn dan de door de aandeelhouders werkelijk gestorte en nog niet terugbetaalde inbreng in het vermogen van de SHM, zoals geboekt op het ogenblik van de inbreng.

 

Als er overeenkomstig artikel 7:212 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (wat bepaalt dat er geen uitkering mag gebeuren als het nettoactief, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, is gedaald of ten gevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, als dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd) niet voldoende middelen zouden zijn om de prijs te betalen, wordt het recht op betaling ervan opgeschort tot de vennootschap over voldoende uitkeerbare middelen beschikt en uitkeringen dus opnieuw zijn toegelaten.

 

Het op de prijs nog verschuldigde bedrag wordt uitgekeerd voor elke andere uitkering aan aandeelhouders. Op dat bedrag is geen interest verschuldigd.

 

Top

Afwijkende bepalingen

Deze bepalingen wijken af van de dwingende regels van het federale vennootschapsrecht. Ze zijn nodig om de aandeelhouders een uitweg te bieden, zodat zij niet ‘gevangen’ zouden zijn in de woonmaatschappij na de wijziging van de erkenningsvoorwaarden. Deze afwijking is echter bijkomstig en geldt voor een zeer specifieke context en gedurende een beperkte tijdsspanne.

 

Merk op dat deze bepalingen niet enkel van toepassing zijn op de private aandeelhouders, maar op alle aandeelhouders van een SHM met de vorm van een cvba of bv, respectievelijk een nv.

 

Top

Tweede mogelijkheid: behoud van participatie

Woonmaatschappijen die een rechtsopvolger zijn van een bestaande SHM, en die niet uitsluitend publieke aandeelhouders hebben, kunnen toch hun erkenning behouden. Ze moeten hiervoor aan een aantal voorwaarden voldoen. Op die manier houdt men rekening met rechten van de bestaande private aandeelhouders van de SHM’s. Het gaat om de volgende voorwaarden:

  1. Andere aandeelhouders dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, kunnen geen effecten verwerven of op een andere wijze meer stemrechten verkrijgen. Zowel de toetreding van nieuwe aandeelhouders (bijvoorbeeld via overdracht aandelen, uitgifte nieuwe aandelen, uitoefening rechten/effecten die recht geven op aandelen) als de uitbreiding van participaties van bestaande aandeelhouders vallen hieronder. Hetzelfde geldt voor statutenwijzigingen die de stemrechten die aan de aandelen verbonden zijn, zouden wijzigen. Op dit principe is een afwijking voorzien voor vennootschapsrechtelijke herstructureringsoperaties. Bestaande aandeelhouders van SHM’s kunnen namelijk wel aandelen verwerven in het kader van vennootschapsrechtelijke herstructureringsoperaties met een SHM of een woonmaatschappij. Omdat er bij een fusie door overname aandelen van de overnemende vennootschap worden toegekend aan de aandeelhouders van de overgenomen vennootschap, zou een strikte interpretatie van de eerste zin van deze bepaling ervoor zorgen dat enkel lokale besturen dergelijke aandelen kunnen ontvangen. Dat zou ingaan tegen de bedoeling om de bestaande participaties van private aandeelhouders in SHM’s te tolereren wanneer zij zich omvormen naar een woonmaatschappij. Vandaar deze afwijkingsmogelijkheid.

     

  2. Elke overdracht van effecten wordt betekend aan de woonmaatschappij. Deze voorwaarde zorgt ervoor dat private aandeelhouders hun participatie niet kunnen uitbreiden.

     

  3. Andere aandeelhouders dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, mogen aan de stemming in de algemene vergadering niet deelnemen met meer dan een tiende van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemmen.

     

  4. Andere aandeelhouders dan gemeenten en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, mogen samen alleen maar aan de stemming in de algemene vergadering deelnemen met maximaal de stemmen die noodzakelijk zijn voor de vereiste meerderheid min één. Dit wil zeggen 50 % - 1 stem. Deze voorwaarde beoogt dat gemeenten en OCMW’s steeds over de meerderheid van de stemmen beschikken voor beslissingen in de algemene vergadering. Deze bepaling kadert in de logica dat de woonmaatschappijen in de toekomst enkel publieke aandeelhouders kunnen hebben. Om mogelijk te maken dat private aandeelhouders hun participatie kunnen behouden (zonder dat dat recht voor die bestaande private aandeelhouders in de tijd wordt beperkt), is deze beperking noodzakelijk. Op deze manier kunnen de private aandeelhouders nog steeds op de beslissingen wegen, maar zullen zij nooit tegen de wil van de publieke aandeelhouders in een beslissing kunnen doorduwen.

     

  5. De statuten van de woonmaatschappij kunnen bepalen dat de aandeelhouders andere dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij gelegen zijn, samen maximum één bestuurder mogen voordragen. De andere bestuurders worden altijd voorgedragen door het Vlaamse Gewest, provincies, gemeenten en OCMW’s.

Overeenkomsten of afspraken die tot doel of tot gevolg hebben dat van de bepalingen in 1°, 3° of 4° wordt afgeweken, zijn nietig .

 

Elke overdracht van effecten aan andere personen dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen, is van rechtswege nietig.

 

De bestaande private aandeelhouders krijgen dus een uitdovend karakter. Vanaf de inwerkingtreding van het decreet kunnen er geen nieuwe private aandeelhouders toetreden en bestaande private aandeelhouders kunnen hun participatie in bestaande SHM’s niet meer uitbreiden.

 

Merk op dat met ‘andere aandeelhouders dan het Vlaamse Gewest en de provincies, gemeenten en OCMW’s die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen’ niet louter de private aandeelhouders worden bedoeld, maar ook de provincies, gemeeten en OCMW’s die buiten het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen.

 

Top

Omzetting huurwaarborg

In het verleden lieten een aantal SHM’s toe dat sociale huurders inschreven op aandelen van de SHM, in plaats van een huurwaarborg te betalen. Op het moment dat het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen in werking treedt, treden de betrokken aandeelhouders-sociale huurders van rechtswege uit de SHM uit met die aandelen. Het scheidingsaandeel waarop de aandeelhouder-sociale huurder recht heeft, wordt omgeboekt tot een huurwaarborg.

 

Als het aantal aandelen waarmee de aandeelhouders-sociale huurders uittreden 25% of meer van het totaalaantal aandelen bedraagt én die aandelen dienden ter vervanging van een huurwaarborg, moet de woonmaatschappij die op basis van die SHM wordt gevormd verplicht een bijkomende bestuurder namens de huurders aanstellen. Dit gebeurt na bindend advies van de sociale huurders.

 

Deze bestuurder telt niet mee voor het maximum aantal bestuurders zoals bepaald in artikel 4.39/5, §2 Vlaamse Codex Wonen van 2021. Woonmaatschappijen die niet onder het toepassingsgebied van dit artikel vallen, hebben wel het recht om één bijkomende bestuurder te benoemen voorgedragen door het bestuursorgaan. Opnieuw na bindend advies van de sociale huurders.

 

Top